Welkom bij
In een troefcontract is het belangrijk dat u de troeven bij de tegenpartij gaat weghalen, zodat deze geen introevers kunnen maken. Goed afspel begint met het maken van een speelplan. Speel na de uitkomst van de tegenpartij niet automatisch een kaart bij, maar bekijk uw handen eerst goed en maak een plan.
Er zijn verschillende afwegingen waar u rekening mee moet houden:
Gaat u direct troef trekken?
Moet dat meteen of zijn er redenen om het pas later te doen.
Eerst gaan we eens kijken naar de troeven en de termen die erbij horen. West: Als dit uw troefbezit is, 864 dan noemen we de troef in west de “korte kant” (de kant met de minste troef) en de troeven van oost de “lange kant”. (de kant met de meeste troef)
Met deze hand kunt u makkelijk troef trekken Na A H en V gespeeld te hebben is de troef bij de tegenpartij waarschijnlijk weg. Als de troeven van de tegenpartij 3-2 verdeeld zitten houdt u in oost 2 troeven over. Uiteindelijk zult u dan dus 5 slagen maken met deze troeven. Met de troeven van west heeft u echter niets gedaan Hoe zou u meer troefslagen kunnen maken met dit troefbezit?
Dat kan alleen door de troeven van de “korte kant”, west, te benutten voor introevers. Uiteraard moet dit dan gebeuren vóórdat u troef trekt. Introevers maken met de troeven aan de “lange kant” levert over het algemeen geen extra slagen op. Sterker nog, meestal maakt u uw kaart zwakker door met deze troeven introevers te maken vóór u troeftrekt.
Als u een troefcontract speelt dan bekijkt u hoeveel verliezers u heeft. Dit bekijkt u vanuit de hand met de meeste troef, of vanuit de hand met de meeste punten, mocht u in beide handen evenveel troef hebben.
In bovenstaand voorbeeld is harten troef en de tegenpartij start schoppenheer. U telt in de hand met de langste troef, 5 verliezers: twee schoppen en drie klaverslagen.
Als u dus eerst troef gaat trekken, zodat west geen troeven meer bezit, dan gaat u down! U moet de eerste slag dan ook nemen met schoppen aas en direct een kleine schoppen uit oost terugspelen, welke u in west (de korte kant) troeft. U zou nu een harten naar oost kunnen spelen en uw laatste schoppen in west troeven. Wanneer u nu een kleine ruiten naar de heer speelt, kunt u met uw aas, heer en vrouw de troeven gaan trekken. Wanneer deze 3-2 verdeeld zitten bij de tegenpartij (de grootste kans) dan zult u uw contract maken. Van uw gezamenlijke troefbezit heeft u op deze manier geen vijf maar zeven slagen gemaakt, plus ruitenaas en heer en schoppenaas, is 10 slagen!
In onderstaand voorbeeld is de kaartverdeling van oost iets aangepast. U bezit nu niet schoppenaas, maar klaverenaas. Ook nu moet u zo gauw u aan slag bent, schoppen gaan spelen om zodoende twee schoppens te kunnen troeven.
Indien de tegenpartij met troef is gestart, wordt het misschien wel onmogelijk om twee schoppens te kunnen introeven, omdat de tegenpartij, wanneer ze met schoppen aan slag komen, een tweede keer troef zouden kunnen inspelen. Indien ze dat doen – een tweede keer troef trekken – dan zult u moeten spelen op een 3-2 zitsel in de klaverenkleur en geen schoppen introeven! Dit omdat u uw derde schoppen niet meer kunt introeven en dan waarschijnlijk twee klaveren en twee schoppens gaat missen.
U speelt weer 4♥ en ook nu moet u niet beginnen met troeftrekken. Als u uw slagen telt wanneer u direct troef gaat trekken, worden dat acht slagen: vijf harten (u krijgt waarschijnlijk altijd één introever), twee ruiten en één klaveren slag. U kunt natuurlijk een aantal schoppens troeven in west en/of een aantal klaveren in oost. Als de tegenpartij niet met troef start, maakt het niet uit waarmee ze starten. U komt aan slag en speelt direct schoppen. Als u nu over een weer kunt introeven, gaat u, ook met een troef terugkomst na de schoppenslag voor de tegenpartij, tien slagen maken. Het zou wel verstandig zijn om eerst ruitenaas en heer mee te nemen. Noord zou op de 4e schoppenslag een ruiten kunnen afgooien, waardoor u een slag minder gaat maken!
Indien u het eindcontract van 6♥ hebt bereikt met onderstaand spel, dan moet u wel direct troeftrekken!
U maakt zeer waarschijnlijk vijf harten slagen, vijf ruiten slagen en de zwarte azen voor twaalf slagen.
Troeven aan de lange kant is vaak niet verstandig
Er moet wel een goede reden zijn om dat toch te doen. Kijk eens naar bovenstaand spel en nu met alle handen open. Wanneer u na de start van zuid met een kleine ruiten, eerst schoppenaas speelt om daarna een schoppen te troeven en daarna naar klaverenaas gaat om de laatste schoppen te troeven, dan maakt u zichzelf (onnodig) troefkort. Zuids vierkaart harten zal er in dit geval zeer waarschijnlijk voor zorgen dat u down gaat. U maakt nog steeds vijf hartenslagen, schoppenaas en klaverenaas, maar uw vijfde ruiten zou wel eens ingetroefd kunnen worden.
En toch is er een goede reden om toch introevers te maken met de troeven van de lange kant. Die goede reden zou kunnen zijn, dat u zo vaak met de kaarten van de lange kant kunt troeven, totdat die hand tenslotte de hand met de “korte” troeven wordt. Dit wordt ook wel dummy-reversal genoemd. Dit is dus een techniek waar de leider zijn troeven aan de lange kant gebruikt om in te troeven en die van de korte kant om de resterende troeven te trekken:
U bent in 4♠ beland en oost komt uit met klaverenheer. Hoe speelt u dit?
Conclusie
Nieuwsbrief, Bridgeclub Andijk maart 2024 Beste leden en cursisten...
Op zondag 7 juli 2024 nodigt Bridgeclub Andijk (BCA) u uit om deel te nemen aan de 3e...
Na een succesvolle inloopbijeenkomst op zaterdag 20 januari is er voldoende belangstelling om de...